Voortgang realisatie programma's

Algemene dekkingsmiddelen, overhead, VPB, onvoorzien

Algemene Dekkingsmiddelen, Overhead, Vpb en Onvoorzien

Mutaties grootste afwijkingen (> € 25.000)
per taakveld

2022

2023

2024

2025

a.

Algemene uitkering gemeentefonds

-198.921

-110.178

-109.766

-114.820

b.

Overige baten en lasten

-59.578

-218.078

-218.078

-218.078

c.

Overhead

117.615

-188.041

-188.209

-186.781

d.

Treasury

-377.184

-140.667

-83.475

-58.647

e.

Tijdelijke formatie-uitbreiding 2e halfjaar 2022

118.032

0

0

0

f.

Diverse taakvelden overige kleine verschillen

43.528

25.320

26.712

27.276

Totaal

-356.507

-631.644

-572.816

-551.050

a. Taakveld Algemene uitkering gemeentefonds (structureel voordeel van € 198.921 in 2022 aflopend naar € 114.820 in 2025)

Opruimen explosieven (structureel nadeel van € 102.000 vanaf 2022)
Op het budget ‘Opruimen explosieven’ hebben we jaarlijks afwijkingen op zowel de inkomsten als de uitgaven. Het Rijk draagt voor ongeveer 2/3 bij aan de kosten bij aan het onderzoek naar explosieven als we door een bouwproject de grond gaan beroeren. De gemeente moet wel alle kosten voorfinancieren. Vooraf is onbekend om hoeveel projecten dat het gaat. In de meibrief 2021 hebben we u voorgesteld hiervoor jaarlijks een raming op nemen van € 300.000 als resultaat van een vijfjaarlijks gemiddelde. Deze nemen we op als een last en als een baat, zodat dit budgettair neutraal verloopt. We zien echter dat we hier voor 2022 op over gaan houden en stellen daarom voor om (de baat en de last) af te ramen naar € 150.000. Aangezien de lasten en baten uiteindelijk lager zijn uitgevallen dan geraamd ziet u op het taakveld algemene uitkering hiervan een nadeel terugkomen van € 102.000 (rijksbijdrage 2/3 deel). Het voordeel van lagere lasten ziet u terugkomen op taakveld openbare orde en veiligheid. Per saldo heeft het onderdeel ruimen van explosieven een nagenoeg neutraal effect in de eerste bestuursrapportage 2022, echter vanwege de administratieve verplichting om de lasten en baten op afzonderlijke taakvelden te verantwoorden ziet u hier het effect van de bijstelling van het 2/3 deel rijksbijdrage middels de  algemene uitkering.

Decembercirculaire 2021 (structureel voordeel vanaf 2022 van € 300.921 aflopend naar € 216.820 in 2025)
Afgelopen januari bent u middels een raadsinformatiebrief (Z/21/079945/163480) uitvoerig geïnformeerd over de financiële uitkomsten van de decembercirculaire 2021. In deze bestuursrapportage ziet u de financiële uitwerking terugkomen vanaf 2022 en verdere jaren. Al met al betrof de decembercirculaire een structurele bijstelling in positieve zin voor onze meerjarige financiële positie van € 300.921 in 2022, aflopend naar € 216.820 in 2025. Voor meer uitgebreide en gedetailleerde informatie verwijzen wij u derhalve naar de eerder genoemde raadsinformatiebrief.

b. Taakveld overige baten en lasten (voordeel  € 59.578 in 2022 en vanaf 2023 een structureel voordeel van € 218.078)

Aanspraak stelpost prijsstijging 2022 (structureel voordeel van € 218.078 vanaf 2022)
In de begroting is jaarlijks een stelpost prijsstijging opgenomen waaruit geraamde budgetten kunnen worden bijgesteld indien daarvoor een gedegen onderbouwing aanwezig is. De hoogte van deze stelpost is gebaseerd op landelijke algemene indexeringspercentages die jaarlijks vooraf door het Rijk beschikbaar worden gesteld via de meicirculaire 2022 en septembercirculaire en bedraagt € 340.000. In totaliteit heeft er over het jaar 2022 een aanspraak plaats gevonden van € 633.765 op de stelpost. Dit resulteert in een nadeel van € 293.765. Dit nadeel wordt ten laste gebracht van de financiële positie.

Taakstellende bezuiniging sport (nadeel incidenteel € 58.500 voor 2022)
Onder dit taakveld is een taakstellende bezuiniging sport/plaatsen van € 58.500 opgenomen. In de kadernota 2019-2022, de begroting 2019, de eerste bestuursrapportage 2020 en de bestuursrapportage najaar 2021 is reeds aangegeven dat de taakstellende bezuiniging alleen realiseerbaar is op het moment dat een deel van de sporthal wordt afgestoten/verkleind.
De bezuiniging moet worden gezien in relatie tot de herontwikkeling van De Eng in Dodewaard (het proces MFC Dodewaard in Programma 6 thema 6.1 Leefbaarheid). Er wordt verwacht dat realisatie van het MFC nabij De Eng een positief effect gaat geven op de exploitatie van De Eng. Een van de opdrachten in dat proces is dan ook om inzichtelijk te maken wat het verwachte effect van realisatie van het MFC hierop zal zijn.

Heroverweging Realistisch(er) ramen in de exploitatiebegroting (incidenteel nadeel van € 100.000 voor 2022)
Bij de begroting 2022 en meerjarenraming 2023-2025 heeft u heroverwegingen vastgesteld.
Één van de heroverwegingen betreft  “het realistisch ramen en plannen”. Een heroverweging met een structureel resultaat van € 100.000.
Dit onderwerp hebben wij voor wat betreft de lopende investeringskredieten gelijker tijd met de actualisatie van de kapitaallasten opgepakt. Al onze lopende investeringskredieten hebben wij getoetst en waar mogelijk in tijd (planning) doorgeschoven naar een anders jaar, Dit in tijd anders wegzetten heeft consequenties voor onze geraamde rente en afschrijvingen (kapitaallasten). De heroverweging is gedeeltelijk gerealiseerd.

Rekening houdend met het feit dat wij de heroverweging “Realistisch(er) ramen in de exploitatiebegroting” gedeeltelijke hebben gerealiseerd stellen wij u voor om de stelpost van € 100.000 voor één jaar in te zetten en te verwerken in het financieel resultaat van de eerste bestuursrapportage 2022.

Onze conclusie is, voor wat betreft de lopende investeringen, dat realistisch plannen juist is opgepakt en uitgevoerd. Nu moeten wij nog uitvoering gaan geven aan het onderdeel realistischer ramen van (exploitatie) budgetten.

c. Taakveld Overhead (nadeel voor 2022 van € 117.615, vanaf 2023 een structureel voordeel van €188.041 aflopend naar € 186.781 in 2025)

Personeelslasten structureel nadeel vanaf 2022 van afgerond € 118.000, aflopend naar een nadeel in 2025 van afgerond € 63.000

Personeelslasten politieke ambtsdragers
Ieder jaar worden de vergoedingen en toelagen voor politieke ambtsdragers en bestuurders geïndexeerd aan de hand van de door het CBS vastgestelde indexatiecijfers. Voor bepaalde bedragen is bepaald dat zij jaarlijks worden herzien aan de hand van de consumentenprijsindex en voor een aantal andere bedragen is bepaald dat zij jaarlijks worden herzien aan de hand van het indexcijfer cao-lonen overheid, inclusief bijzondere beloningen. Op basis van de circulaire d.d. 1 december 2021 is de bezoldiging van de politieke ambtsdragers en de indexatie verwerkt in de begroting. Dit betekent een structurele stijging van € 30.000 wat ten laste komt van de financiële positie.

Personeelslasten ambtelijke organisatie
Op basis van de nieuwe cao gemeenten 2021/2022 zijn de personeelslasten van de ambtelijke organisatie geactualiseerd. Per saldo is er een stijging van de personeelslasten van de ambtelijke organisatie ontstaan van structureel € 248.000. Voor deze meerjarige loonontwikkeling op basis van de nieuwe cao is de stelpost loonontwikkeling beschikbaar die structureel is opgenomen in de begroting. Deze stelpost is mede op basis van de septembercirculaire 2021 in 2022 opgehoogd naar structureel € 248.000 en kan worden ingezet om deze loonontwikkeling te realiseren. Per saldo heeft dit dus geen financiële consequentie.

Periodieke verhogingen ambtelijke organisatie
Jaarlijks hebben medewerkers, bij voldoende functioneren en wanneer het maximum van de functieschaal nog niet is bereikt, recht op een periodieke verhoging op basis van artikel 3.4 cao gemeenten. Op grond van alle periodieke verhogingen in 2022 betekent dit een stijging van de personeelslasten van structureel € 33.000 wat ten laste komt van de financiële positie.

Uitbreiding formatie beleidsadviseur Sociale pijler
Bij de opvolging van een ervaren beleidsadviseur op het gebied van onderwijs en voorschoolse educatie, bleek dat de beschikbare 24 uur niet afdoende waren om de werkzaamheden met voldoende aandacht en kwaliteit uit te kunnen voeren. Dit werd duidelijk door het grote aantal overuren dat er op dit beleidsterrein gemaakt werd. Vanuit de rijksbijdrage die de gemeente ontvangt voor onderwijsachterstandenbeleid (waar voorschoolse educatie onderdeel van is), mag ook ambtelijke inzet worden bekostigd. Vandaar dat we ervoor hebben gekozen om de formatie op dit beleidsterrein met 8 uur uit te breiden. Dit betekent vanaf 2022 een stijging van structureel € 5.000 wat ten laste komt van de financiële positie.

Het mogelijke voordeel wat  ontstaat omdat er kosten onder de OAB gelden verantwoord kunnen worden, nemen we mee in de eerst volgende bestuursrapportage of jaarrekening ten gunste van de financiële positie.

Overige personeelslasten
De gemeente is eigenrisicodrager voor de werkloosheidsuitkering. Wanneer een medewerker uit dienst gaat en er recht ontstaat op een dergelijke uitkering worden deze kosten door het UWV verhaald op de gemeente. Op basis van een recente casus hebben we van het UWV het bericht ontvangen dat er een werkloosheidsuitkering is toegekend aan een voormalig medewerkster voor de duur van maximaal 8 maanden met een maximale uitkering van in totaal € 25.000. Deze kosten komen incidenteel in 2022 ten laste van de financiële positie.

In artikel 3.17 cao gemeenten is geregeld dat de werknemer een jubileumuitkering krijgt als hij 25, 40 en 50 jaar in dienst is bij een bij de Stichting Pensioenfonds ABP aangesloten werkgever. In de begroting is hiervoor structureel een bedrag van € 11.000 opgenomen. Jaarlijks worden de daadwerkelijke jubilea geïnventariseerd en berekend en wordt dit budget naar evenredigheid bijgesteld op basis van de werkelijke jubileumuitkeringen. In 2022 zijn er in totaal zeven jubilarissen die aan de voorwaarden voor een jubileumuitkering voldoen waardoor het totaalbedrag aan jubileumuitkeringen in 2022 € 30.000 bedraagt. Dit betekent een stijging van € 19.000 incidenteel in 2022 wat ten laste komt van de financiële positie.

Overige kleine verschillen
Binnen het taakveld Overhead zijn er minimale overige kleine verschillen. Deze behoeven geen verdere toelichting.

Actualisatie ICT & I+A programmagids & Informatiebeleidsplan (structureel voordeel van afgerond 250.000 vanaf 2023)
De ambities van onze gemeente zijn nog steeds te groot voor de capaciteit die beschikbaar is. Naast alle doorgeschoven en geplande projecten die opgepakt moeten worden, hebben we vanaf 2021 ook te maken gehad met onderbezetting. Dit hebben we wel tijdelijk kunnen oplossen voor onze going concern werkzaamheden. Wat betreft de projecten is de ICT formatie te krap en is het in 2022 niet mogelijk om al geplande projecten goed op te pakken. De middelen die daarvoor begroot waren willen we vanaf 2023 teruggeven ten gunste van de financiële positie. Het gaat hier om een deel van de middelen die we teruggeven. Een ander deel (237.000) hebben we meegenomen naar dit jaar (via bestemming van het jaarrekeningresultaat 2021) om alsnog slagen te maken in de uitvoering van de verschillende projecten.

Voor dit moment ligt de financiële noodzaak voor ICT op bestaande c.q. lopende ontwikkelingen 2022 en 2023. Per saldo wordt er geen budget ingeleverd voor 2022, maar vanaf 2023 is sprake van het teruggeven van vooralsnog € 250.000 structureel. Na 2023 kunnen we dan ook vanuit een stabielere en meer gestructureerde situatie realistischer gaan ramen.  Een nieuwe informatiebeleidsplan zal beschikbaar zijn bij de kadernota 2024 nadat de opschoningsactie ICT budgetten dit jaar volledig is afgerond.

d. Taakveld Treasury (voordeel € 377.182 voor 2022 aflopend naar € 58.647 in 2025)

Herstructurering en herfinanciering portefeuille langlopende geldleningen (structureel voordeel van € 160.384 in 2022  aflopend naar € 58.647 in 2025)
Gezien de huidige lage rentestanden met als doel toekomstige rentelasten te verlagen is de mogelijkheid van herstructurering en herfinanciering van de huidige langlopende geldleningenportefeuille onderzocht. U heeft hierover een raadsvoorstel ontvangen met daarin verwerkt een voorstel van herstructurering en herfinanciering. Op 24 februari 2022 heeft u een besluit genomen om een budget beschikbaar te stellen van maximaal 1.15 miljoen voor het voldoen van de boeterente.

Omdat de rentestanden waren opgelopen, hebben wij nogmaals naar de opbouw en de aard van de langlopende geldleningenportefeuille gekeken en wat de effecten van de stijgende rentestanden waren op het voorstel dat wij u in het raadsvoorstel hebben gedaan.

In het voorstel waren tien langlopende geldleningen geselecteerd die voor conversie in aanmerking zouden komen. In totaliteit een oorspronkelijk leningsbedrag van € 38.5 miljoen, waarvan € 8.4 miljoen (schuldrestant op 15 december 2021) direct vervroegd kon worden afgelost. Voor het bedrag van € 8.4 miljoen zou een nieuwe langlopende geldlening worden aangetrokken.
De berekende boeterente voor het vervroegd aflossen van deze lange lopende geldleningen bedroeg bij het uitgebrachte voorstel maximaal € 1.15 miljoen. Voorgesteld werd om deze eenmalige kosten (afkoop) ten laste te brengen van de algemene reserve

In werkelijkheid zijn het acht langlopende geldleningen geworden die voor conversie in aanmerking kwamen. In totaliteit een oorspronkelijk leningsbedrag van € 26.5 miljoen, waarvan € 6.54 miljoen direct vervroegd kon worden afgelost. Voor het bedrag van € 6.54 miljoen is een nieuwe langlopende geldlening aangetrokken met een looptijd van 20 jaar en een rentepercentage van 0,985%.
De berekende boeterente voor het vervroegd aflossen van deze lange lopende geldleningen bedroeg werkelijk € 0.93 miljoen. Deze eenmalige kosten (afkoop) zijn ten laste gebracht van de algemene reserve.

Met deze herstructurering en herfinanciering van langlopende geldleningen dalen de rentelasten voor het jaar 2022 met € 160.384, voor het jaar 2023 met € 140.667, voor het jaar 2024 met € 83.475 en voor het jaar 2025 met € 58.647.

Herstructureringen en herfinanciering van de langlopende geldleningen (onttrekking uit vermogen, incidenteel voordeel van € 216.798 in 2022)
Conform uw besluit van 24 februari 2022 wordt de afkoop van de “oude” langlopende geldleningen van € 0.93 miljoen eenmalige ten laste gebracht van de algemene reserve.
In het raadsbesluit was er een schatting gemaakt van € 1.15 miljoen welke nodig zou zijn voor de geraamde afkoop. In werkelijkheid is de afkoop € 216.798 lager en dit is ontstaan door de oplopende rentestanden. De geraamde onttrekking uit de algemene reserve wordt met dit bedrag naar beneden bijgesteld. Een incidenteel voordeel voor onze financiële positie.  

e. Tijdelijke formatie uitbreiding 2e halfjaar 2022 (incidenteel nadeel 2022 € 118.032)
Voor de toelichting verwijzen wij u naar de paragraaf Bedrijfsvoering.

f. Diverse taakvelden overige kleine verschillen (structureel nadeel 2022 € 43.528 aflopend naar € 27.276 in 2025)
Binnen verschillende taakvelden zijn er minimale overige kleine verschillen. Deze behoeven geen verdere toelichting.

Deze pagina is gebouwd op 06/08/2022 12:32:05 met de export van 06/07/2022 12:09:17